Wijnproeven : Les 4

De Smaak: Leren Proeven

Hoe wijn te proeven: de techniek

Als het op wijnproeven aankomt, is er een specifieke techniek die je kunt volgen om de wijn volledig te ervaren. Door deze stappen te volgen, zul je in staat zijn om de smaken, texturen, en balans van de wijn beter te begrijpen en waarderen.

  1. Kijk: Voordat je de wijn proeft, bekijk je hem eerst. Het uiterlijk van de wijn kan je al veel vertellen over zijn leeftijd en stijl.
  2. Swirl (Walsen): Draai de wijn zachtjes rond in je glas. Dit helpt om de aroma’s van de wijn vrij te maken. Let op, doe dit voorzichtig om te voorkomen dat de wijn uit het glas morst.
  3. Ruik: Steek je neus in het glas en neem een diepe snuif. Probeer te identificeren wat je ruikt. Zijn er fruitige tonen? Kruidige tonen? Bloemen? Deze aroma’s kunnen je hints geven over de druivensoort, waar de wijn vandaan komt, en hoe hij is gemaakt.
  4. Proef: Neem een slokje wijn maar slik het niet meteen door. Laat de wijn rond je mond rollen, zodat hij in contact komt met alle delen van je tong en mond. Dit helpt om alle smaken te ervaren. Let op zoetheid, zuurheid, tannine en alcohol.
  5. Evalueer: Nadat je de wijn hebt doorgeslikt, neem even de tijd om na te denken over de wijn. Hoe was de afdronk? Was de wijn evenwichtig? Was het aangenaam? Deze overwegingen kunnen je helpen om te bepalen hoeveel je van de wijn genoten hebt en of je hem opnieuw zou willen drinken.

Persoonlijk ben ik een fan van het slurpen: iets dat ik van Ilja Gort heb geleerd. Dit geeft zoveel meer smaakervaring. Hij laat het in onderstaande video (tegen het einde) zien. Of je het uitspuugt, moet je natuurlijk helemaal zelf weten.

Proeven is een zeer persoonlijke ervaring en er zijn geen juiste of verkeerde antwoorden. Het belangrijkste is om aandacht te besteden aan wat je waarneemt en hoe je erop reageert. Zo kun je leren welke stijlen van wijn je het meest aanspreken.


Identificeren van zoetheid, zuurgraad, tannine, alcohol en body

Bij het proeven van wijn zijn er vijf belangrijke aspecten waar je op moet letten: zoetheid, zuurgraad, tannine, alcohol en body. Elk van deze elementen draagt bij aan de totale smaak en balans van de wijn.

Zoetheid: De zoetheid in een wijn komt van de restsuiker die achterblijft na het fermentatieproces. Wijnen kunnen variëren van droog (geen restsuiker) tot zoet. Je kunt zoetheid het beste detecteren aan het puntje van je tong.

Zuurgraad: Zuurgraad geeft een wijn frisheid en helpt om de smaken in balans te houden. Wijnen met hoge zuurgraad kunnen smaken als citroen of azijn hebben, terwijl wijnen met lage zuurgraad zachter en rijker kunnen smaken.

Tannine: Tannines zijn natuurlijk voorkomende stoffen die uit de druivenpitten, -schillen en -stelen komen. Ze voegen bitterheid en complexiteit toe aan de wijn en zorgen voor structuur. Tannines kun je voelen als een drogend gevoel in je mond, alsof je zwarte thee drinkt.

Alcohol: Het alcoholgehalte kan variëren afhankelijk van het soort wijn en waar het is gemaakt. Alcohol voegt body toe aan de wijn en kan ook bijdragen aan de warmte die je in je keel voelt. Te veel alcohol kan echter de andere smaken in de wijn overheersen en de balans verstoren.

Body: De body van een wijn verwijst naar hoe zwaar of licht de wijn in je mond aanvoelt. Dit wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder alcoholgehalte, hoeveelheid suiker en hoe de wijn is gemaakt.

Door aandacht te besteden aan deze vijf aspecten, zul je in staat zijn om een goed beeld te krijgen van de kwaliteit en stijl van de wijn die je proeft.


Praktische oefeningen in het proeven van verschillende wijnen en het beschrijven van smaken

Na het leren over de verschillende aspecten van wijnproeven, is het tijd om deze kennis in de praktijk te brengen. De volgende oefeningen kunnen je helpen bij het ontwikkelen van je proefvaardigheden en het leren beschrijven van de smaken die je ervaart.

Oefening 1: De invloed van zoetheid, zuurgraad en tannine proeven Probeer een selectie van drie wijnen te proeven: een droge witte wijn (om de zuurgraad te benadrukken), een zoete witte wijn (voor de zoetheid), en een robuuste rode wijn (voor de tannines). Noteer voor elk van deze wijnen hoe je de zoetheid, zuurgraad en tannines ervaart en hoe deze de algehele smaak van de wijn beïnvloeden.

Oefening 2: Wijnprofielen vergelijken Proef twee wijnen naast elkaar, bijvoorbeeld een lichte, frisse Sauvignon Blanc en een volle, boterachtige Chardonnay. Hoe verschillen deze wijnen in smaak? Kan je de verschillen in zuurgraad, body en eventuele tannines waarnemen?

Oefening 3: Het effect van alcohol herkennen Probeer een wijn met een laag alcoholgehalte (bijvoorbeeld een Duitse Riesling) te vergelijken met een wijn met een hoog alcoholgehalte (zoals een Californische Zinfandel). Kan je het verschil in “warmte” of volheid in de mond waarnemen die de alcohol biedt?

Oefening 4: Smaaknotities maken Kies een wijn om te proeven en schrijf een gedetailleerde proefnotitie. Beschrijf de zoetheid, zuurgraad, tannine, alcohol en body, evenals de specifieke smaken die je identificeert (zoals fruit, kruiden, hout, enz.). Dit kan helpen bij het ontwikkelen van je vermogen om smaken te beschrijven en te analyseren.

Herinner jezelf eraan dat het ontwikkelen van wijnproefvaardigheden tijd en oefening vergt. Elke wijn is anders en biedt een unieke kans om iets nieuws te leren. Het belangrijkste is om te genieten van de ervaring!